Het ongeloof gewogen: over onzekerheid en atheïsme


Geloof is voor een modern westerling enkel mogelijk binnen een sfeer van groeiend ongeloof of althans van onuitgesproken geloofsproblemen en twijfels. Indien het atheïsme een zuiver intellectueel probleem ware, dan kon er wellicht door filosofische beschouwingen of “bewijzen” aan verholpen worden. Het betreft echter een probleem dat de hele mens raakt en derhalve ook affectieve, psychologische, morele en zelfs esthetische dimensies heeft.

Het is de bedoeling van dit boek het eigene van het christelijke geloof in het licht te stellen, en wel door het te confronteren met de agnostische en atheïstische visies, die sinds de Verlichting zulk een spectaculaire opgang maakten in het Westen.

Stuk na stuk hebben inderdaad de fysica, de biologie en de diverse menswetenschappen (van Galileï en Darwin tot Marx en Freud) het geloof zwaar onder vuur genomen. In hoeverre hun kritiek gerechtvaardigd was en zelfs tot een uitzuivering en verdieping van het christelijke geloof geleid heeft, wordt hier onderzocht. Toch wordt er gewaarschuwd tegen een modieus en “conventioneel” soort ongeloof dat ogenschijnlijk beter inspeelt op de gevoeligheden van de huidige “eendimensionale mens”.

Wat geloven precies inhoudt en wat niet, alsmede welke geestesinstelling het van de mens vereist, wordt pas duidelijk nadat de atheïstische argumenten aan bod kwamen en een eerlijk antwoord kregen.

Inhoudstabel

  1. Geloof, een louter kennissociologisch fenomeen ?
  2. De grenzen van de kennissociologie of de relativering van het relativisme
  3. Functie en functieverlies van de godsdienst
  4. Pluralisme en secularisatie
  5. Geloof, een louter psychologisch fenomeen ?
  6. Onze beperkte taal en de oneindige God
  7. De éne God en de vele godsdiensten
  8. Het christendom tussen de klippen van pantheïsme en dualisme
  9. Geloven binnen een sfeer van ongeloof
© 1986, dnb / Uitgeverij Pelckmans

Prijs: € 11